- Nieuwsbrief
- Posts
- Zichtbaar en onzichtbaar werk: bestuurlijk stelsel en de scheepswerf
Zichtbaar en onzichtbaar werk: bestuurlijk stelsel en de scheepswerf
Binnen het openbaar bestuur vinden veel debatten plaats achter de schermen in plaats van onder een schijnwerper. Twee recente publicaties maken inzichtelijk wat er allemaal speelt.

👋De NRC mailde pas geleden aan haar abonnees dat een redacteur maar liefst drie dagen nodig heeft om een podcast van 20 minuten te maken. De boodschap: er gaat veel onzichtbaar werk zitten in de voor het publiek zichtbare media. Daar betaalt de krantenlezer dus voor.
Dit verschijnsel staat ook bekend als de zogeheten “95% - 5%” regel. Het zichtbare werk (de podcast van 20 minuten) vormt maar 5% van het totaal. Achter elk gerecht dat geserveerd wordt zit dus vele uren werk in de keuken.
Binnen het openbaar bestuur geldt die 95% - 5% regel eigenlijk ook. Voor politici lastig: zij worden alleen afgerekend op het zichtbare deel van het werk. Het is voor een politicus dus interessant de regel om te draaien (95% van de tijd in de schijnwerpers te komen) ook als dat gevolgen heeft voor de kwaliteit van het werk. Let er maar eens op: er zijn politici die dit doen.
Gelukkig weten sommige politici de lokroep van de schijnwerpers te weerstaan. Maar dat heeft weer gevolgen voor de transparantie: veel werk is onzichtbaar. Hoe ziet dat eruit? In deze nieuwsbrief twee dossiers (bestuurlijk stelsel en Damen Shipyards) waar de afgelopen jaren heel veel gebeurd is achter de schermen. Dankzij verschillende publicaties is dat nu ook zichtbaar geworden.
Laurent Staartjes
![]() | Laurent Staartjes |
De ban van bestuur
Het bestuurlijk stelsel van Amsterdam is al sinds de introductie in de jaren tachtig steeds aan veranderingen onderhevig geweest. Daarvan lag de oorzaak vaak in discussies die achter de schermen gevoerd werden. Zelfs veel hoofdrolspelers wisten daardoor niet precies wat er allemaal op tafel lag. Een recent proefschrift maakt inzichtelijk hoe dat precies is gegaan.
Bestuursadviseur van het college van B&W van Amsterdam Anne Sastromedjo promoveerde dit jaar op het bestuurlijk stelsel van Amsterdam. het boek “de ban bestuur” is de publieksversie.
De studie maakt inzichtelijk wat er ‘al langer onder de oppervlakte’ speelde voor het besluit van kabinet Rutte-I en II om de stadsdelen af te schaffen. Dit ‘Haagse’ besluit kwam voor de gemeente Amsterdam als een verrassing maar zat al langer in de pijplijn.
De macht van de grote diensten of een titanenstrijd
Daarnaast zet de studie vraagtekens bij enkele verhalen die wel naar buiten kwamen. Zo zouden de stadsdelen in de jaren 80 ingesteld zijn ‘om de macht van de grote diensten (als publieke werken) te breken’. Een ambtenaar van Publieke Werken zou ooit tegen wethouder Lammers (PvdA) gezegd hebben: “Ach wethouder, u moet zich voorstellen dat u maar een incident bent in de geschiedenis van deze dienst der publieke werken”. Daar moest de PvdA natuurlijk op reageren.
Dat verhaal kende ik ook zo. Maar wat blijkt: rondom de instelling en de afschaffing van de stadsdelen vindt veel mythevorming plaats. Sastromedjo laat zien dat in werkelijkheid de stadsdelen inzet waren van een ‘titanenstrijd’ binnen de PvdA tussen Micheal van der Vlis, Walter Etty en aan de andere kant Jan Schaeffer. De PvdA-fractie zelf was verdeeld in de zogenaamde groot- en kleinschaligen. Uiteindelijk wonnen de laatsten. Meer macht naar de wijken en minder naar gecentraliseerd (grootschalig) bestuur. Dankzij de stadsdelen kon (de omvangrijke PvdA) in alle wijken hun actieve politici kwijt. Niet voor niets waren de stadsdelen precies zo ingetekend als dat de PvdA lokale afdelingen had in de stad. Een vorm van gerrymandering die nog steeds zichtbaar is in de stad (Hoofddorpplein is Zuid en niet West om strategische redenen).
Stadsdelen in ruil voor een lagere OZB
Mijn partij speelde eveneens een grote rol in de instelling blijkt uit de studie: vanuit de oppositie maakte de VVD toentertijd een deal met de PvdA om de stadsdelen in Amsterdam in te voeren. De belofte die de stadsdelen meebrachten was een effectiever en goedkopere vorm van gemeentelijk bestuur. Daarnaast werd uit onderhandeld dat de OZB omlaag ging. Een bewijs dat vanuit de oppositie toch ook nog veel mogelijk is.
De bestuurlijke drukte en het einde van de stadsdelen
Je zou kunnen stellen dat de wens om veel functies te creëren voor het eigen actieve kader ook het einde van de stadsdelen inluidde. In de jaren nul telde de gemeente Amsterdam naast de 45 raadsleden (en max 9 wethouders) ook 312 (!) stadsdeelraadsleden en 53 (!!) dagelijks bestuurders. Inclusief 14 stadsdeelburgemeesters die met de ‘echte’ burgemeester om een stukje territorium concurreerden. Van der Laan zei daarover dat hij ‘zonder visum niet naar stadsdeel West durfde te gaan’. als burgemeester kwam hij dan op iemand anders zijn terrein. Daarnaast telde Amsterdam maar liefst 320 (!) algemeen verbindende voorschriften. Het was in bestuurlijk opzicht nogal druk. Voor bewoners een puzzel om uit te vogelen wie waar over ging. Voor de politici zelf trouwens ook.
De “bestuurlijke drukte” werd door sommigen omarmd en door anderen als een probleem ervaren. Amsterdam zou de deelraden nooit zelf afschaffen. Dat ging via Den Haag. De landelijke VVD zette al vroeg in de jaren nul een ‘preparlementair traject’ in werking. Het kabinet Balkenende-II stelde in 2004 de commissie de Grave in. De commissie had de taak de regering te adviseren over het onderwerp ‘bestuurlijke drukte’. Het rapport van de commissie ‘je gaat erover of niet’ zou uiteindelijk leiden tot het wetsvoorstel om de deelraden af te schaffen.
Die deelraden verdwenen niet helemaal. Een stevige strijd volgde (voor en achter de schermen) in Amsterdam inclusief allerlei politieke intriges, afspraken en dynamiek. Het uiteindelijk resultaat is waar wij nu mee zitten: een stelsel met twee bestuurscommissies. Het dagelijks bestuur en de verkozen stadsdeelcommissie.
Hoe nu verder?
Hoe toekomstbestendig is de stadsdeelcommissie? Op dit moment debatteren wij in de raad - wederom - over de toekomst van de stadsdelen. Na de zomer zullen de adviezen die uit de stadsdelen zijn gekomen besproken worden (samen met mevrouw Sastromedjo).
Zoals eerder in deze nieuwsbrief beloofd heb ik mijn visie op de stadsdelen al op papier gezet en gedeeld met de raad: Hij is te vinden op mijn notion site.
Lezers van “de ban van bestuur” zullen zien waar ik de mosterd heb gehaald. Zowel waar mijn visie op gebaseerd als op welke onderdelen de visie ‘gemoderniseerd’ is. Althans gemoderniseerd: de belofte uit de jaren zeventig dat de stad Amsterdam efficiënt gemeentebestuur verdient met dienstverlening die dicht bij de inwoners staat lijkt mij nog steeds het einddoel en het centrale uitgangspunt. En wat dat betreft: je doet het goed, of je doet het niet.
Hoe scheepswerf Damen de inzet werd van een conflict tussen drie bestuurslagen
Amsterdam groeit als stad ten koste van de aanwezige industrie. Nu de ruimte steeds schaarser wordt en door de snel veranderende wereld er veel meer belangen bij zijn gekomen botst dat. Het dossier rondom de scheepswerf van Damen in Amsterdam - Noord maakt die botsing inzichtelijk. AT5 is met een belangrijke reconstructie gekomen.
Praten, botsende belangen en onbegrip: hoe 9600 woningen bij scheepswerf Damen in de ijskast belandden
— AT5 (@AT5)
5:08 AM • Jul 26, 2025
AT5 heeft op basis van een WOO-verzoek een reconstructie gemaakt van het debat rondom Damen Shipyards / Shipdock locatie in Noord. Ik kan deze reconstructie van harte aanraden.
Verhaal in het kort: per 2028 loopt contract af met Damen Shipyards op huidige locatie. Bouwconcern VolkerWessel heeft ooit de grond weten te verwerven en is van plan daar - in samenwerking met gemeente Amsterdam - woningen te gaan realiseren. Daarvoor moet de scheepswerf plaatsmaken / verhuizen.
Probleem: de scheepswerf floreert nog en heeft een grote betekenis in ecosysteem van de Amsterdamse haven en is daarnaast ook van militair belang: het is een van de weinige scheepswerven in Nederland die grote marineschepen kan repareren. De ministers van Defensie en Economische Zaken hebben dan ook in een zienswijze de gemeente Amsterdam gevraagd de dockcapaciteit te behouden. Amsterdam heeft die zienswijze niet overgenomen. Opvallend want zo vaak komt het niet voor dat twee ministers op deze wijze hun zienswijze indienen. Amsterdam had daar politiek sensitiever mee om kunnen gaan.
Het conflict escaleert en de provincie grijpt in
Inmiddels heeft de provincie de scheepswerf aangewezen als “industrieterrein van provinciaal belang” wat betekent dat er niet gebouwd kan worden. Damen hoopt nog tot 2040 er te kunnen blijven zitten en in de tussentijd te zoeken naar een andere locatie. College van B&W van Amsterdam wil dat er al eerder gebouwd kan worden. Alle partijen zitten nu (weer) met elkaar om de tafel om tot een oplossing te komen. Deze zal volgend jaar zomer bekend worden.
Paar opmerkingen bij de reconstructie:
Toenmalig wethouder van Dantzig beweerde dat de aanwijzing van IPB voor hem als een verrassing kwam. Dat is toen weersproken door de provincie. De reconstructie wijst uit dat het klopt: de gemeente was al op de hoogte gesteld.
De gemeenteraad heeft eerder via een motie laten weten de dockcapaciteit binnen de regio NDZKG te willen behouden. Uit de reconstructie blijkt dat het college verplaatsen van de dokken altijd al zag als ‘een lastig verhaal’. Het verdwijnen van de scheepswerf had de voorkeur.
De reconstructie maakt melding van verstoorde verhoudingen tussen het Rijk - de Provincie en de gemeente Amsterdam. Die verstoorde verhoudingen spelen een belangrijke rol in meerdere dossiers dan alleen Shipdock. Daar moet aan gewerkt worden.
Hoe ik het dossier zie: het college van B&W heeft al langer een ‘blinde vlek’ als het gaat om de economische en industriële belangen van de stad. Ergens begrijpelijk: Amsterdam wil inzetten op duurzaamheid & woningbouw. Daar past (zware) industrie niet bij. Ook niet als die industrie al sinds mensenheugenis met Amsterdam verbonden is en er contracten lopen tot 2040 en soms zelfs tot 2080.
De ironie is dat juist de duurzaamheids- & woningbouwambities spaak lopen omdat het college van B&W te weinig bewust is van die industriële belangen. De benodigde investeringen in de Haven blijven uit juist omdat de gemeente geen zekerheid weet te bieden. Tegelijkertijd blijven de woningbouwplannen op plank liggen, omdat de gemeente niet tot een oplossing weet te komen met de bestaande industrie. Zie bijvoorbeeld ook Het Hamerkwartier. Hopelijk pakt het volgende college van B&W dit beter aan.
Afsluiter
De afvalverwerker had de afgelopen jaren veel financiële en technische problemen. Maar de gemeente Amsterdam lost bankleningen af en verstrekt nieuwe lening, bij elkaar meer dan 400 miljoen euro. De belastingbetaler draait hier voor op!
— Kune Burgers (@KuneBurgers)
9:10 AM • Jul 25, 2025
Het laatste dossier dat goed past in het thema van deze brief is de mislukte verkoop van het AEB: het Amsterdamse Afvalenergiebedrijf. Uit het laatste jaarverslag blijkt dat het niet doorgaan van de verkoop een fors prijskaartje heeft voor de gemeente Amsterdam. Het FD kwam met het nieuws op de voorpagina en meldt:
Wethouder Alexander Scholtes heeft vertrouwelijk gesproken met de Amsterdamse gemeenteraad over de herfinanciering. ‘Na de zomer worden de uitkomsten en afspraken openbaar’, laat een woordvoerder weten.
Na de zomer dus meer!
Wat vond je van deze nieuwsbrief? Reageer door een reply te verzenden op deze mail of stuur een mail naar [email protected]