• Nieuwsbrief
  • Posts
  • Vijandige architectuur of een veilige openbare ruimte?

Vijandige architectuur of een veilige openbare ruimte?

In de Amsterdamse raad zal er een debat gevoerd gaan worden over de openbare ruimte. Maar is er wel sprake van echt debat in de raad?

👋 Meiden zijn ‘de otters van de openbare ruimte’. Dat is niet mijn stelling maar wel één die dankzij een initiatiefvoorstel van D66 binnenkort in de raad besproken zal worden. Maar wordt er binnen de raad wel voldoende gedebatteerd? Is er geen sprake van ‘een linkse eenheidsworst’? In deze nieuwsbrief sta ik zowel stil bij het debat over een gastvrije openbare ruimte als het door journalisten waargenomen gebrek aan debat.

Vijandige architectuur of overlast?

In Amsterdam is de openbare ruimte schaars en wordt het gebruik ervan sterk gereguleerd door de gemeente. Enkele zeer progressieve opvattingen hebben nu het politieke debat bereikt. De vraag is of de stad daar echter beter van wordt.

Amsterdams raadslid Moeskops (D66) lanceerde een initiatievoorstel waarin zij pleit voor ‘gastvrije openbare ruimte’. Het voorstel sluit aan op de wens van wethouder Van der Horst (eveneens D66) om ‘ruimte te maken in een groeiende stad’. Kerngedachte is dat de openbare ruimte is onze stad ‘voor iedereen toegankelijk en gastvrij moet zijn’. De openbare ruimte als de plaats waar Amsterdammers elkaar ontmoeten.

Het initiatiefvoorstel bestaat uit enkele progressive talking points die tegenwoordig vaker opduiken in het debat over de openbare ruimte. Zo zou de openbare ruimte ingericht zijn voor en door ‘witte hetero cisgender mannen’. Dat moet anders: de openbare ruimte moet gastvrij worden voor meiden want ‘zoals de otter wordt gezien als de ultieme indicator voor kwalitatief goed rivierwater, zo zijn meiden de ultieme indicator voor een kwalitatief goede openbare ruimte.’ Meiden als otters dus. Daarnaast maakt de gemeente volgens D66 gebruik van ‘vijandige architectuur’ om allerlei groepen als hangjongeren en verslaafde daklozen te weren. Niet gastvrij, dus niet de bedoeling. Hoewel de veiligheid vergroten mij wel bij lijkt te dragen aan een openbare ruimte waar meiden ook graag in vertoeven.

Toch staat D66 niet alleen in die opvatting..

In de Volkskrant stond een uitgebreid stuk over ‘vijandige architectuur’ met de inbreng van een architectuurhistoricus die betrokken was bij het initiatiefvoorstel: ‘Vijandelijke architectuur maakt dat minderheidsgroepen de toegang tot de stad wordt ontzegd’. Met name de gemeentelijke bankjes moeten het ontgelden: die kunnen in sommige stadsdelen opgeklapt worden om hangjongeren te ontmoedigen daar ‘s nachts en ‘s avonds te gaan hangen. Kennelijk ook niet de bedoeling.

Over de wondere wereld van gemeentelijke bankjes (‘ze zijn van ons allemaal, maar niet voor iedereen’) schreef ik in de zomer van 2022 een stuk. Ik plaatste toen een kanttekening bij de genoemde ‘onvriendelijke’ bankjes: ze zijn inderdaad niet voor iedereen, maar dat is ook gewenst. In de stad hebben we met elkaar regels afgesproken over dat niet al het gedrag in de openbare ruimte toegestaan is. Denk aan slapen, drugsgebruik, hangen, intimidatie. De openbare ruimte richten we in op een wijze dat deze hufterproof wordt. Niet gastvrij, vaak wel erg nodig.

Stadsdelen klappen namelijk bankjes niet zomaar op (of sluiten een speeltuintje af). Zij reageren op klachten van bewoners van (ernstige en langdurige) overlast. Als het stadsdeel het niet doet, doen bewoners het zelf wel. Zoals bij ‘het raadsel’ van de omgekeerde bankjes in Nieuw-West die door bewoners waren gedraaid.

In de Volkskrant reageert een ontwerpwetenschapper (‘het is makkelijk ‘vijandige architectuur’ te roepen als het niet over jouw portiek gaat’) op het eerdere Volkskrant-artikel. Die komt met een nuchter en realistisch geluid:

De ruimte in de stad delen met iedereen is een mooi ideaal, maar wat doe je als buitenslapers hun intrek nemen in jouw portiek? Breng je ze ontbijt of zet je op een gegeven moment toch een paar bloempotten neer? Oogt niet zo vijandig, maar doet natuurlijk gewoon hetzelfde. Hoeveel woonblokken zijn er met vrij toegankelijke binnentuinen? Vaak beginnen ze open en komt er in de loop der tijd toch een hek voor. Want overlast

Overlast en Intimidatie in de openbare ruimte kan zo ver gaan dat omwonenden ten einde raad zijn. Toen wethouder Van der Horst nog dagelijks bestuurder was in Stadsdeel West speelde een dergelijke kwestie op het parkeerterrein in de Reinaert de Vosstraat in Bos en Lommer. Omwonenden werden langdurig lastig gevallen door de hangjongeren die zich daar verzamelden en onder meer zwaar vuurwerk afstaken. De jongeren hadden het met name gemunt op één buurman vanwege zijn seksuele geaardheid kan ik mij uit de inspraak herinneren. Een dramatisch verhaal.

Hoe het dagelijks bestuur dat oploste? Door het parkeerterrein af te sluiten met betonblokken. Daarna is de omgeving heringericht om hangen minder aanlokkelijk te maken. Is dat echt een probleem? Het alternatief wordt in de Volkskrant ook benoemd:

Dát gaat de inspiratie worden voor gemeenten die geen overlast willen, maar die ook bang zijn beschuldigd te worden van vijandige architectuur. Doe dit: doe niets. Helemaal geen bankje. Geen bankje, geen huisje, geen hoekjes. Dan is er geen overlast en hoef je je ook niet te verdedigen tegen beschuldigingen van vijandige architectuur. Probleem opgelost.

In Amsterdam West zijn ze al zo ver. Daar heeft het huidige dagelijkse bestuur in oktober vorig jaar de bankjes op de Bos- en Lommerweg weggehaald tegen het hangen. Kan het bestuur niet beschuldigd worden van vijandige architectuur, maar ook niet gastvrij. Werkt wel tegen de overlast.

Als we oprecht wensen dat de openbare ruimte een gastvrije plek is voor iedereen, moeten we dan juist niet blij zijn met de fysieke ingrepen die overlast veroorzaken ontmoedigen?

Debat in de raad

Vertrekkend Amsterdam-correspondent van de NRC stipt in zijn afscheidscolumn het gebrek aan debat aan in de raad. Hij gunt zijn opvolger een raad waar ‘het vaker schuurt en knettert’.

Met zo weinig ervaring en zo veel gelijkgezindheid is het niet vreemd dat het college amper weerwoord krijgt. Wethouders lijken soms verbaasd over hoe weinig debat er is. Zelf voelen ze zich daar ook ongemakkelijk over, zo merk ik als ik ze ernaar vraag. Elk college, links of rechts, verdient een kundige en vasthoudende oppositie.

Vanuit het Parool is er wat nuance. Moet het wel schuren en knetteren om het interessant te maken?

Als vanzelfsprekend onderschrijf ik de opvatting dat kundige en vasthoudende oppositie van groot belang is. Zeker in Amsterdam. Daarvoor heb je inderdaad ervaren raadsleden nodig die in durven gaan tegen het college. Een mooie handschoen om op te pakken en wij doen natuurlijk ons best. Zo bewijst ook de evaluatie van de knip:

De kritiek richt zich in de column niet op de rechtse maar juist op de linkse oppositie. Ik zie ook dat in Amsterdam er sprake is van een behoorlijke eensgezindheid onder de linkse en progressieve partijen (ook in het ‘meiden zijn de otters van de openbare ruimte’-debat verwacht ik niet anders). Hoofdlijnen staan daardoor zelden ter discussie. Politicologisch gezien niet heel gek: de partijen hebben ook veel met elkaar gemeen.

Een deskundige die ik sprak kwam met een ander perspectief op het gebrek aan vuurwerk: het (linkse) college kan op dit moment nog relatief eenvoudig aan de verzoeken van veel (linkse) raadsleden tegemoet komen. Zeker als die kleine verzoeken indienen (zoals een onderzoekje naar het één of ander). Er is (nog) een grote pot met geld beschikbaar en alles wat niet lukt wordt afgeschoven op de regering in Den Haag (sommige wethouders verwijzen zelfs door naar de Europese Commissie). Veel raadsleden gaan makkelijk mee in dat frame, zo heb ik inmiddels zelf ook gemerkt. Daarmee slaat het debat snel dood.

Dat schiet niet op. De vraag is nu: blijft dat ook zo? Ik denk zelf van niet.

De pot met geld is eindig. Net als andere ‘schaarse’ middelen zoals woningbouwlocaties of ruimte voor maatschappelijke voorzieningen. Niet alles kan meer. Het moment dat de gemeente ‘scherpe’ keuzes moet maken is nu eigenlijk al aangebroken. Mijn verwachting is dan ook dat het debat de komende periode een stuk scherper gaat worden.

Afsluiter

Het debat gisteren over het erotisch centrum (met in dit geval wel hele scherpe tegenstellingen tussen coalitie en oppositie) moest een tijdje onderbroken worden. Een of meerdere demonstranten hadden een speaker tegen raam geplakt. Ludiek protest? Het pakte helaas anders uit.

Jammer. Want zoals Het Parool terecht opmerkt kwam de schorsing op een ongelukkig moment: Vervelend is het wel, de vergadering wordt namelijk geschorst, waardoor er geen scherp debat kan worden gevoerd. Onbedoeld haalt de actie ook meteen de angel uit het debat tussen oppositiepartij VVD en coalitiepartij D66, dat net is ontvlamd. VVD-fractievoorzitter Daan Wijnants heeft namelijk net dé vraag voorgelegd waar iedereen op wacht: is D66 voor of tegen een erotisch centrum bij de RAI in Amsterdam-Zuid?

Het antwoord: dat hangt voor D66 uiteindelijk af ‘van de hoeveelheid piemelpakken’. Het blijft dus nog spannend. Op 27 maart zal het debat wederom in de raad gevoerd worden.

Wat vond je van deze nieuwsbrief? Reageer door een reply te verzenden op deze mail of stuur een mail naar [email protected]