• Nieuwsbrief
  • Posts
  • Seks, drugs.. en de Britten. En hoe het zit met goed verhuurderschap.

Seks, drugs.. en de Britten. En hoe het zit met goed verhuurderschap.

In deze nieuwsbrief:

  • De Wet goed verhuurderschap. Geruisloos door de Tweede en Eerste Kamer gegaan. Gemeenten zullen daarentegen er nog een flinke kluif aan hebben.

  • Gemeente Amsterdam worstelt met sex & drugs imago. Soap rondom erotisch centrum nadert de climax. Ingrepen van het gemeentebestuur lijken averechts te werken.

  • Het referendum over de HGS lijkt er te komen. Maar waar stemmen wij over? HGS is zowel een anti-bouw als een pro-groen referendum.

Deze week stond in Amsterdam-West een avond op het programma waar wij met de stadsdeelcommissie spraken over de procedures rondom advisering. Warm zaaltje, lauwe koffie en tot 22.00 uur ‘s avonds vergaderen over ambtelijke en bestuurlijke processen. Met andere woorden: living the dream.

Inmiddels kan ik de gemeentelijke verordening die het bestuurlijk stelsel inricht wel dromen. Ik heb bewondering gekregen voor de personen die deze hebben opgesteld. Het is echt een herculeswerk omdat zoveel onderdelen zo nauw met elkaar samenhangen. De precieze werking betekent ook dat goedbedoelde voorstellen in de praktijk averechts kunnen werken als deze net wat afwijken van de achterliggende filosofie. En dat is helaas wat in de stadsdelen nog vaak te zien is.

Hoe belangrijk samenhang is op gemeentelijk niveau staat centraal in deze nieuwsbrief. De wetgever heeft gemeenten opgezadeld met een taakstelling die door een specifieke keuze veel verder reikt dan gemeenten in eerste instantie dachten. Amsterdam probeert grip te krijgen op de Wallen en het ongewenst toerisme, maar dat pakt averechts uit. Tot slot ook aandacht voor het komende referendum. Waar stemmen wij nou eigenlijk echt over?

De wet goed verhuurderschap

Geruisloos ging de Wet goed verhuurderschap door het parlement heen. De wet stelt een landelijke norm ten aanzien van ‘goed verhuurderschap’ (verhuurders mogen onder andere geen huurders discrimineren en intimideren) die geldt voor elke verhuurder (waaronder wooncorporaties).

De wet regelt ook dat elke gemeente een meldpunt moet instellen en het college krijgt bevoegdheden om verhuurders die de landelijke norm schenden aan te pakken. Ogenschijnlijk een goed idee.. Maar juist daar kan het nog flink gaan wringen. Weet elke gemeente wel wat er nu gevraagd wordt?

De wet ademt de wens uit om malafide particuliere verhuurders (‘de huisjesmelkers’) aan te kunnen pakken. Daar is groot politiek draagvlak voor. Geen wonder dus dat het parlement snel overstag ging.

De wet doet alleen ook iets anders: het biedt elke huurder de mogelijkheid om een conflict met de verhuurder te melden bij de gemeente. In beginsel ook andere verhuurders dan de beruchte huisjesmelkers, het is dan alleen de vraag wat er precies met de melding gedaan gaat worden. Aedes (koepelorganisatie woningbouwcorporaties) is bijvoorbeeld kritisch. Huurders kunnen wel een melding maken bij de gemeente, maar niet de gemeente maar de Autoriteit Woningcorporaties is vervolgens aan zet. Een ‘verwarrende klantreis voor de huurder’ noemen zij het.

Dat is problematisch. Huurders zullen in de toekomst in hun huurcontract kunnen lezen dat zij bij klachten melding kunnen maken bij het gemeentelijk meldpunt. Dat schept de verwachting dat de gemeente ook echt iets met die melding gaat doen. De wetgever laat alleen in het midden wat en wanneer gepast is. Dat is aan gemeenten zelf, maar kan per gemeente heel verschillend worden ingevuld.

De wet wil wel huurders ontzorgen (vanwege een gebrek aan ‘doenvermogen’. Een uitspraak van Hugo de Jonge himself) maar elke gemeente moet zelf gaan bepalen wanneer zij wel en niet in actie komen.

De relatie huurder en verhuurder was tot nu toe voornamelijk privaatrechtelijk van aard. Met de nieuwe wet moet de gemeente zich gaan mengen in elk gemeld conflict tussen huurder en (particuliere) verhuurder. Al is het maar om te beoordelen of er sprake is van schending van de norm. Dat levert een boel extra werk op, waarvan het maar de vraag is of het huidige gereserveerde bedrag voor capaciteit voldoende zal zijn.

Een verdieping is te vinden op mijn website:

Sex, drugs.. en de Britten

Gemeente Amsterdam wil af van de ‘bral, blow & zuip toeristen’ (lees: jonge Britse mannen) en het college had een uitstekend idee: een “Britten blijf weg”-filmpje gericht op jonge mannelijke Britten zou de klus wel klaren.

Anti-reclame als city marketing. Werkt dat echt?

Van te voren waren er wel zorgen over het “Brinker Hostel”-effect. Een reclamecampagne uit 1996 voor een toentertijd berucht Amsterdam hostel, dat juist Amsterdam als locatie onder de doelgroep populairder maakte door als ‘anti-reclame’ over te komen.

Tot niemands verbazing blijkt ook de reclamecampagne van Amsterdam averechts te werken:

De komende tijd wordt de stad bezocht door ‘een record’ aan Britse vrijgezellenfeesten. Vraag is natuurlijk nu: zou een erotisch centrum de klus wel kunnen klaren?

Deze week is burgemeester Halsema op bezoek geweest in Zuid en Noord om in gesprek te gaan met de bewoners. De avonden waren behoorlijk grimmig. Draagvlak voor een Erotisch Centrum ontbreekt in beide stadsdelen. Donderdag werd het onderwerp besproken in de raadscommissie op de Stopera. Daar ontstond een ingewikkeld politiek spel: de politieke partijen wezen naar elkaar wie verantwoordelijk was voor het impopulaire idee van een erotisch centrum (er staat wat over in het coalitieakkoord).

Een succes kent vele vaders, maar een mislukking is altijd wees.

Door de grote maatschappelijke weerstand zal het doordrukken van een Erotisch Centrum op de huidige locaties komen met een grote prijs als het überhaupt mogelijk zal worden het te realiseren. De gemeenteraad lijkt ook niet happig te zijn om deze verantwoordelijkheid te willen dragen. Dan blijft de vraag over of het erotisch centrum de heuvel is waar Halsema in haar eerste termijn op wil sneuvelen.

Het referendum over de HGS

Amsterdammers kunnen binnenkort weer naar de stembus. Het lijkt de initiatiefnemers van het referendum over de HoofdGroenStructuur (HGS) waar ik in een eerdere nieuwsbrief al over schreef te gaan lukken om 10.000 handtekeningen op te halen.

In het Parool stond een interview met de initiatiefnemers, met daarin een opvallende maar belangrijke passage:

Niet elke Amsterdammer vindt het prettig dat er bijgebouwd wordt. Zit Amsterdam niet al vol? In Utrecht lukte het niet om daar een referendum over te houden (te weinig steunbetuigingen) maar in Amsterdam mogelijk wel via een slimme omweg: het HGS referendum is feitelijk een anti-bouw referendum. De initiatiefnemers noemen dat ook nadrukkelijk de kern van het vraagstuk.

Waarom anti-bouw? De gedachte is simpel: het schrappen van de ‘flexibele normen t.a.v gebiedsontwikkeling’ maakt het feitelijk lastig nog in Amsterdam bij te bouwen. Bestaand groen kan zo goed beschermd worden, dat bijbouwen praktisch onmogelijk wordt.

Elke Amsterdammer wil dat groen goed beschermd worden, maar wij willen ook het woningtekort oplossen. Kan dat samen? Waarschijnlijk niet. De keuze wordt dan gemaakt tijdens een referendum met mogelijke grote gevolgen.

De vraag is of Amsterdammers die keuze ook zullen herkennen op het stembiljet. De referendumverordening is in dat opzicht behoorlijk rigide: de vraagstelling kan niet eenvoudig aangepast worden. Een bof voor de initiatiefnemers: pro-groen is makkelijker te verkopen dan anti-bouwen.

In de eerdere nieuwsbrief schreef ik dat het referendum mogelijk een pyrrusoverwinning kon worden voor de ‘groene beweging’ omdat de nieuwe HGS al strenger is dan de vorige. Het blijkt dat de initiatiefnemers de inzet juist nog meer willen verhogen. Wellicht met succes.