• Nieuwsbrief
  • Posts
  • Plantenbakken in de openbare ruimte en het Omgevingsplan

Plantenbakken in de openbare ruimte en het Omgevingsplan

Ophef over regels over plantenbakken in Amsterdam Centrum legt zowel de regeldruk bloot als een probleem met de bestuurlijke verhoudingen tussen college en stadsdeel.

👋Beste lezer,

Deze week startte het nieuwe politieke seizoen. Een drukke week met niet alleen veel commissiedebatten maar ook met een BBQ (altijd gezellig) en een workshop over werkdruk en integriteit. Een workshop dus over onderwerpen die hoog op de agenda staan van veel gemeenteraden. De ‘take-away’ van de workshop was dat gemeenteraadsleden goed hun grenzen moeten bewaken en dat wij als raad elkaar moeten durven aanspreken als het gaat om ‘respectvolle omgang’ met zowel ambtenaren, burgers als andere politici. Een ‘open norm’ die in de praktijk heel verschillend wordt ingevuld. Interessant om daar bij stil te staan en goed dat de raad hier zo actief mee aan de slag wil.

Het politieke debat stond deze week bij mij in het teken van regeldruk. In deze nieuwsbrief de twee actuele voorbeelden. Ook leuk om hier te vermelden is het debat over particuliere investeringen in het groen. Je zou zeggen dat de hele gemeenteraad dolblij is als een bewoner aanbiedt om mee te betalen aan bomen en parken, maar dat ligt toch echt anders. De linkse partijen vrezen ‘groenongelijkheid’. Wel extra bomen in Zuid maar niet in Zuidoost. Opvallend, omdat het juist de linkse partijen zijn die zich normaal hard maken voor ‘rigoureus vergroenen’ en zelforganisatie van bewoners. Ik was dan ook erg verbaasd over alle argwaan tegen inwoners die graag wat willen doen voor de stad. Gelukkig dat de wethouder toegezegd heeft te starten met aantal casussen waarbij bewoners kunnen meehelpen om de stad groener te maken, zoals in het Vondelpark. Mocht dat een succes zijn, dan kunnen er mogelijk meer voorbeelden volgen.

Nu ben ik zelf erg geïnteresseerd in de praktische en juridische kanten die komen kijken bij particulier groenbeheer in de openbare ruimte. En ik vind dan ook dat er goede en heldere afspraken gemaakt moeten worden. Ik hoop dan ook de casussen op de voet te kunnen volgen om daar nog wat van te leren. In een toekomstige nieuwsbrief kom ik daar nog op terug.

Veel leesplezier.

Laurent Staartjes

Laurent Staartjes
[email protected]

Wil je reageren op deze brief? Of heb je een onderwerp dat interessant is voor de lokale politiek?

Ik hoor het graag!

De plantenbakkwestie

De Amsterdamse politiek is in de ban van de plantenbakken in Amsterdam Centrum. Het gedoe dat ontstond legde terloops nog een ander probleem bloot: de soms wat moeizame bestuurlijke verhoudingen in de stad binnen het bestuurlijk stelsel.

In het centrum staan overal plantenbakken. Leuk, maar ze kunnen soms ook flink in de weg staan. Al sinds 2008 heeft stadsdeel Centrum regels opgesteld. Die moesten deze week aangepast worden. Centrum wil bijvoorbeeld dat de bakken van ‘duurzaam materiaal’ zijn (valt plastic blijkbaar ook onder). Daarnaast gaat Centrum ook de regels handhaven (operatie plantenbak). Een stagiair heeft ze allemaal al in kaart gebracht. Relatief weinig ophef in de stadsdeelcommissie die instemde met de regels, maar wel veel consternatie in de gemeenteraad: heeft de gemeente niet iets beters te doen (zoals het opruimen van afval) dan plantenbakken controleren?

Mijn supergenuanceerde mening als woordvoerder openbare ruimte: goed dat er regels zijn t.a.v objecten in de openbare ruimte (anders wordt het een nog grotere zooi in de stad), logisch ook dat er gehandhaafd wordt (anders moet je geen regels stellen) maar 31 regels ten aanzien van plantenbakken (Telegraaf) is wel heel gortig. Geen wonder dus dat Amsterdammers spreken van ‘regelzucht’ (Het Parool). Het is een kenmerkend voorbeeld van hoe Amsterdam elke centimeter wil reguleren. Het is wat mij betreft aan de stadsdeelcommissie en het dagelijks bestuur om daar het gesprek over te voeren.

Dat debat kan door deze gang van zaken bemoeilijkt worden. Wat goed verwoord is door Walther Ploos van Amstel:

Er gebeurde vervolgens iets interessants in de raad. Als reactie op een vraag van een raadslid (‘er gaat toch geen afvaltoezicht naar de plantenbakken?’) kondigde de wethouder Afval (Van Buren / PvdA) aan ‘dat de prioriteiten elders moeten liggen’ (Het Parool) en dat ze een gesprek wil met Amsterdam Centrum. Het signaal was duidelijk: de wethouder gaat het dagelijks bestuur terugfluiten. Zo is het ook in de krant gekomen.

Dat maakte de situatie eigenlijk nog problematischer. De prioriteiten zijn namelijk al afgestemd tussen de stadsdelen en het college (Actieplan THOR). Waarbij Stadsdeel Centrum ook aangegeven heeft handhaven op objecten in de openbare ruimte als lokale prioriteit te zien. Daar heeft de wethouder gewoon mee ingestemd. Daarnaast mag het DB deze regels stellen. Dat heeft de raad en het college zelf zo besloten.

Natuurlijk mag een wethouder die prioriteiten ter discussie stellen en stadsdelen aanspreken op hun beleidskeuzes. En het is natuurlijk goed dat er geen handhaving gaat naar plantenbakken die bedoeld is voor afval. Daar is alleen wel een aparte procedure voor en ik pleit al langer om bij die gesprekken ook de stadsdeelcommissies actiever te betrekken. Nu sprak de wethouder voor haar beurt en passeerde ze de in de stadsdelen gekozen volksvertegenwoordiging. Waarschijnlijk in de hoop daadkrachtig over te komen. Haar afvalbeleid werpt namelijk nog geen vruchten af. (zie ook: Wethouder Hester van Buren (Afval) 'baalt enorm' van de 3,5 die het AT5-panel heeft gegeven voor de netheid van de stad.) Het is daarmee een veelzeggend voorbeeld van hoe moeizaam de bestuurlijke samenwerking tussen stadsdelen en het college soms in de praktijk kan gaan.

Tijdens de commissie MOW stelde ik aan de wethouder Openbare Ruimte (Van der Horst / D66) de vraag of zij kiest voor het kamp Stadsdeel Centrum of kamp Van Buren. De wethouder verwees toen naar de reguliere afstemmingsgesprekken. Die route moet Van Buren bewandelen. Zo hoort het ook, maar bevestigt ook dat er van dat stoere terugfluiten weinig terecht lijkt te komen. De Amsterdammer weet dus nog niet waar deze aan toe is.

Het Omgevingsplan

Dat Amsterdam houdt van heel veel regeltjes blijkt niet alleen uit de plantenbakkwestie, ook tijdens de commissie Ruimtelijke Ordening kwam er een voorbeeld langs. De gemeente moet stapsgewijs alle bestemmingsplannen gaan omzetten in het (nieuwe) Omgevingsplan en daarvoor werd een belangrijke stap gezet. Wel een stap die duidelijk maakt dat het er niet perse beter op wordt voor de Amsterdammer.

De zogenaamde ‘Basisregeling’ is het document (van 983 pagina’s. Dat was dus wat leeswerk) op grond waarvan alle bestemmingsplannen omgezet kunnen worden. De commissiebehandeling verliep wat stroef: de regeling is veel techniek en weinig politiek. Daardoor waren de meeste vragen heel technisch van aard. Er komt nog een aparte bijeenkomst om die te beantwoorden. Daarnaast wilde één commissielid de kans aangrijpen om het al bestaande parkeerbeleid (dat ook in de regels gevat wordt) van de gemeente ter discussie te stellen. Dat was weer niet het moment. Het stroeve verloop doet mij denken dat dit soort behandelingen misschien anders vormgegeven moeten worden. Benieuwd hoe andere gemeenten dit doen.

Mijn bijdrage beperkte zich tot onze zorg over de toenemende regeldruk voor de Amsterdammer. Het uitgangspunt (de kernbelofte) van de Omgevingswet is dat Nederlanders met minder regels en verplichtingen geconfronteerd zouden worden. Inmiddels is het duidelijk geworden dat er alleen maar meer vergunningsplichten in het leven zijn geroepen. Mijn vrees is dat als zodra alle bestemmingsplannen omgezet worden in het nieuwe format (wijzingsbesluiten van het omgevingsplan) dat feitelijk gaat leiden tot meer plichten en regels. Meer gedoe voor de Amsterdammer dus in plaats van minder gedoe.

Het leidde tot een wat bijzondere uitwisseling met de wethouder R.O. Die was het met mij eens dat er te veel regels zijn, maar vond dat het komt door de raad die al die regels maar vaststelt. Ik wees erop dat het toch echt het college is dat al die besluiten voorbereidt. Na wat heen-en-weer-gewijs zegde de wethouder toe de stijging van de regeldruk voor ons (als raad) inzichtelijk te gaan maken. Een mooie toezegging, wat er hopelijk toe gaat leiden dat de regeldruk beteugeld kan worden.

Afsluiter

Onze dierentuin Artis wordt helaas in het bestaan bedreigd. Ditmaal door een voorstel van Partij voor de Dieren om de dierentuin om te vormen tot een stadspark (zonder dieren dus). Wat mij betreft een heel erg slecht idee. Kort gezegd: we zijn trots op Artis en Artis moet blijven.

In het gesprek met Powned gaf de Partij voor de Dieren aan dat wat hun betreft het belangrijk is dat de politieke partijen kleur gaan bekennen in deze kwestie. Een uitdaging die ik samen met mijn collega Wout Deterink (woordvoerder dierenwelzijn) graag aan ga. Ik ben ook heel benieuwd welke standpunt de coalitiepartijen gaan innemen. Het voorstel wordt binnenkort in commissie MOW besproken.

Wat vond je van deze nieuwsbrief? Reageer door een reply te verzenden op deze mail of stuur een mail naar [email protected]