• Nieuwsbrief
  • Posts
  • Heeft Amsterdam in 2035 nog steeds een tekort aan woningen?

Heeft Amsterdam in 2035 nog steeds een tekort aan woningen?

Of Amsterdam in 2035 nog steeds te weinig woningen heeft wordt gek genoeg dit jaar bepaald. In deze nieuwsbrief meer over hoe dat gaat en waarom dat allerlei vragen oproept.

👋Beste lezer,

Hoe ziet Amsterdam er in 2035 uit?

Niet een vraag waar we elke dag aan denken. Wel een vraag die nu al beantwoord moet worden.

Keuzes die we vandaag namelijk maken dreunen door tot in 2035. Deze periode wil de gemeenteraad de Ontwikkelstrategie 2035 vaststellen. De naam zegt het al: het is de strategie die bepaalt hoe Amsterdam zich tot 2035 ontwikkelt op het gebied van woningbouw. Veel plekken zijn al bekend, maar er moet nog ruimte voor 20.000 extra woningen gevonden worden. Dat is een fors aantal. Daarbij moet ook rekening gehouden worden met dat er voldoende bedrijven, parken en sportvelden zijn voor alle bewoners.

Hoe belangrijk is dit document? Het is de opvolger van de koers 2025. Die is in 2016 vastgesteld en heeft in belangrijke mate vormgegeven hoe Amsterdam er vandaag (in 2024) uitziet. De keuzes van toen bepalen dus de stad van vandaag.

Aan heel veel zaken kan een gemeente weinig veranderen. Wel kan de gemeente ervoor kiezen om te spelen op bepaalde trends: zoals de grote internationale belangstelling voor Amsterdam.

Wat als de gemeente ‘een verkeerde inschatting maakt’? Ook daarvan is deze maand een voorbeeld verschenen in de media: is IJburg wel ontworpen voor de jeugd? Ik plaats daar een kritiekpunt bij: in hoeverre kan je planologen nou echt de schuld geven van overlast die veroorzaakt wordt door “oudere jongeren” zonder baan en studie? Is dat geen opgave voor handhaving en het sociale domein?

Als afsluiter een kort stukje over het essay “duidelijkheid” van Tom-Jan Meeus. Gaat wat mij betreft niet alleen over Den Haag maar ook over Amsterdam.

Veel leesplezier.

Laurent Staartjes

Laurent Staartjes
[email protected]

Wil je reageren op deze brief? Of heb je een onderwerp dat interessant is voor de lokale politiek?

Ik hoor het graag!

Amsterdam in 2035

In de eerste week van april besprak de raadscommissie R.O voor de eerste keer de Ontwikkelstrategie 2035 (PDF). De ambitie is om tot 2035 nog 20.000 woningen extra toe te voegen aan de planvoorraad bovenop de bestaande woningen. Daarbij moet niet alleen gekeken worden naar woningbouwlocaties en -ambities, maar het hele palet aan ruimtelijk ordening: infrastructuur, openbare ruimte, groen, sport en economie.

Als fractie wachten wij nog op de resultaten van de inspraak en adviezen uit de stadsdelen voordat wij met een definitief oordeel komen. Wel hadden wij al enkele (politieke) vragen voor het college.

Ik stelde toen de volgende (ingekorte) vragen aan het college:

  • Voor wie gaat Amsterdam bouwen? Voor nieuwe instroom of voor bestaande bewoners?

  • Kan de wethouder toelichten of de keuze om terughoudend te zijn met aanwijzen van nieuwe transformatiegebieden voortkomt uit de wens om langdurig bedrijvigheid te behouden? Zo ja, waarom blijft ‘de wolk van plannen’ dan toch bestaan voor na 2040? Is het de wethouder het met ons eens dat dit onzekerheid biedt voor bedrijven in Amsterdam

  •  Waarom kiest het college alleen voor kleinschalige sloop-nieuwbouw en niet voor een ambitieuzer programma’s? Hoe verhoudt dit zich tot de ambitie om ‘een complete stad’ te neer te zetten en vitale buurten?

  •  In het verlengde van de vorige vraag: waarom worden er geen ontwikkelingsplannen aangekondigd als Richting Parkstad 2015?

Het antwoord van de wethouder laat zich - door technische problemen - nog een maandje op zich wachten. De achtergrond van de vragen kan ik wel al geven.

Bevolkingsgroei: stad van 1 miljoen inwoners

Om te beginnen met ‘voor wie gaan wij bouwen?’:

Volgens de prognose (zie hierboven) groeit Amsterdam in 2035 door naar 1 miljoen inwoners. Deze groei zal voor een groot deel gebaseerd zijn op internationale migratie (‘een smeltkroes aan mensen’).

Als de stad Amsterdam gaat bijbouwen, wordt er dus gebouwd om de groei op te vangen. Dat was ook het uitgangspunt van de vorige Ontwikkelstrategie. De koers 2025. Amsterdam koos toen nadrukkelijk voor het benutten van het internationale succes door stevig te groeien..

Tien jaar geleden was dat een populair standpunt. Door de snelle groei van Amsterdam wordt er nu door partijen anders naar gekeken. De Amsterdamse PvdA vindt bijvoorbeeld dat ‘expats’ een inburgeringscursus moeten volgen. (Het Parool). Zij zijn niet de enige: er wordt door Amsterdammers kritischer gekeken naar de komst van migranten.

Die realiteit heeft enkele onverwachte gevolgen: durven politici nog hardop te zeggen dat we moeten blijven groeien willen we internationaal succes kunnen behouden?

De toon die de Ontwikkelstrategie aanslaat is nu dan ook anders dan die van de Koers 2025. Dat maakt het een stuk moeilijker om het verhaal dat verteld wordt te kunnen volgen: want wat wordt er nou echt gezegd? Of worden er dingen bewust niet gezegd omdat ze niet goed kunnen vallen?

Een voorbeeld:

Een passage uit de Ontwikkelstrategie

Het college kiest ervoor om wijken die hoog scoren op de “kwetsbaarheidsindex” en laag scoren op “sociaal economische status” te gaan verdichten. Verdichten betekent dat er naast de bestaande woningen extra woningen bijgebouwd worden.

Waarom moet dat in de meest ‘kwetsbare’ wijken? De genoemde gedachte is dat de verdichting bij kan dragen aan ‘sociaal economische opgave’ in deze wijken. Door verdichting kan de kwaliteit van de openbare ruimte verbeterd worden evenals de hoeveelheid voorzieningen.

Belangrijke kanttekening: de vraag voor wie de toegevoegde woningen zijn wordt niet gesteld noch beantwoord. Wel wordt er gesteld dat ‘om doorstroom te bevorderen er rekening gehouden wordt met de woonbehoefte in de wijk’.

Politiek gezien knap: het suggereert dat Amsterdam wil gaan bouwen voor de armste en meest kwetsbare inwoners. Maar waren de extra woningen niet nodig om de komst van de mensen van buiten op te vangen? Dat botst met de suggestie dat er gebouwd gaat worden voor de eigen inwoners.

Deze lastige vraag wordt behendig vooruit in de tijd getrapt (‘kickin the can’). Nu worden alleen de wijken aangewezen, later pas voor wie daar gebouwd gaat worden.

Transformatie

Dan de vraag over de transformatie. Een belangrijke keuze in de strategie is om (i.t.t de koers 2025) terughoudend te worden met het aanwijzen van nieuwe transformatiegebieden. In normaal Nederlands: minder bedrijventerreinen ombouwen tot woonwijken.

Waarom?

Inmiddels blijkt uit tal van monitors dat de ruimte voor bedrijvigheid sterk onder druk staat. Wil Amsterdam voldoende werkgelegenheid kunnen bieden dan moet er voldoende ruimte blijven bestaan. Logisch dus dat het college kritisch gaat kijken naar nieuwe transformatieprojecten.

Maar er lijkt ook iets anders mee te spelen: transformatie is lastig (bedrijven hebben bijvoorbeeld recht om tot 2040 ergens te blijven zitten) en vereist forse investeringen in de infrastructuur. Dat geld heeft de gemeente niet meer. De ‘wolk aan plannen’ om te transformeren wordt niet geschrapt, alleen in de ijskast gezet. Mogelijk komt het Rijk ooit nog met de investeringen over de brug? De vraag is dan ook wat het werkelijke motief is om terughoudend te zijn met transformatie. Is er sprake van een dubbele agenda?

Stedelijke herontwikkeling

Tot slot de vragen over herontwikkeling. In de Ontwikkelstrategie is Stedelijke Vernieuwing terug van weggeweest. Zoals al eerder gezegd: het bijbouwen van woningen (verdichten) wordt direct gekoppeld aan het verbeteren van de armste wijken om aan te sluiten op de behoeften van bestaande bewoners.

Daarbij wordt er wederom een opmerkelijke keuze gemaakt: alleen ‘kleinschalige’ sloop-nieuwbouw is toegestaan. Dit is deels in overeenstemming met het Amsterdam Akkoord waarin de coalitiepartijen spraken over een ‘taboe’ op sloop-nieuwbouw zolang het niet voldoet aan bepaalde voorwaarden:

Kennelijk rust er nog wel een taboe op grootschalige stedelijke ontwikkeling. In ieder geval in het advies van Stadsdeel Noord zal (voorzichtig..) gevraagd gaan worden waarom er niet gekozen voor meer vernieuwing:

De reden om het wel te doen is simpel: veel woningen in de wijken die aangewezen zijn, verkeren in slechte staat. Renovatie alleen biedt onvoldoende basis. Herontwikkeling van de wijken tot complete en vitale buurten (met goede woningen) ligt meer voor de hand dan alleen bijbouwen & optoppen. Dat is ook belangrijk, maar alleen daarmee haal je de ambitie niet.

Allemaal redenen dus om in de Ontwikkelstrategie hier nadrukkelijk voor te kiezen.

Taboes, compromissen en dubbele agenda’s: het hoort allemaal bij politieke besluitvorming. Maar het zou het debat over de te maken keuzes makkelijker maken als eenvoudiger te herleiden is waarom sommige keuzes niet of pas later gemaakt worden.

Overlast op IJburg

Klein bommetje door ingezonden brief in Het Parool op 5 april: de wijk IJburg in Amsterdam ervaart veel overlast door jeugd. Dat zou veroorzaakt worden door een planologische fout. Volgens stadsdeelvoorzitter De Heer (PvdA) wordt de overlast veroorzaakt doordat er bij de bouw van IJburg te weinig rekening is gehouden met ouder wordende jongeren. Zo missen er voorzieningen (zoals een zwembad en bioscoop) en ‘rommelruimte voor jongeren’: Plekken waar ze kunnen hangen zonder dat het gelijk overlast geeft. Die ruimte is er niet. Carolien de Heer laakt de focus op woningbouwambities in nieuwe wijken en zegt zelfs: “IJburg is een demografische tijdbom en ik houd mijn hart vast.”

De brief roept (veel) (kritische) reacties op, die ook allemaal in Het Parool worden geplaatst.

Veel reacties zijn terecht kritisch: is het niet de taak van de stadsdeelvoorzitter (mevrouw de Heer) om de openbare orde te handhaven? En dan is het toch gek om de verantwoordelijkheid daarvoor af te schuiven op planologen die vergeten waren ‘rommelruimte’ in te tekenen?

De vraag is ook wat de planologen werkelijk anders hadden kunnen doen. Hoewel ‘fysieke ingrepen’ helpen bij een leefbare buurt, is het geen recept tegen de echte oorzaken van overlast. De groep jongeren om wie het gaat (overwegend volwassenen van tussen de 17 en 28 jaar) hebben volgens eerdere publicaties in Het Parool meer problemen dan alleen geen hangplek:

In het buurthuis komen tal van instanties langs, waaronder Jellinek, welzijnsorganisatie PerMens en Bureau Halt. Zeker 70 procent van de groep van veertig tot vijftig jongeren kampt met schulden en is verslaafd aan wiet en snus (een soort tabak). Zo’n 80 procent is werkloos en 90 procent leeft in armoede. Twee jongens zijn dakloos. Ook hebben vijf jongeren kort geleden hun vader verloren. Door zwaar vuurwerk heeft een van hen in het verleden zijn oog verloren, een ander dit jaar zijn hand.

Geen werk, geen opleiding maar wel verslaafd. De verveling komt dus niet direct voort uit het gebrek aan ‘rommelruimte’ maar aan andere oorzaken. De situatie thuis is doorgaans ook niet best. Zeker niet met zeven (!) kinderen in een drieslaapkamerwoning. Klein misschien voor grote gezinnen, maar groot voor Amsterdamse begrippen:

Een goed ontworpen woonwijk houdt er natuurlijk rekening mee dat er voldoende scholen, parken, zwembaden en sportvelden zijn. Het is - zie ook de Ontwikkelstrategie - van groot belang dat daarmee in de toekomst rekening wordt gehouden. Terecht ook dat er aandacht is voor gebruik: een voetbalveldje kan fungeren als een klankkast.

Maar de overlast die jongeren veroorzaken kan opgelost worden met opleiding, banen en handhaving. Rommelruimte is daarvoor niet de kuur.

Afsluiter

Aanrader van de week: het boekje “Duidelijkheid” van Tom-Jan Meeus:

Aantal interessante beschouwingen over “de twee werelden” in Den Haag: de mediawerkelijkheid die gaat over politici die zich zo duidelijk mogelijk uiten in het openbaar en de wereld daardoor eenvoudiger presenteren dan deze werkelijk is. De politiek zit daardoor gevangen ‘in een zelfgeschapen schijnwereld’.

En de politieke-bestuurlijke werkelijkheid: waar juist ondoorzichtigheid (‘het ondoorzichtige resultaat van geven en nemen in een coalitie’) de norm is. Waardoor echte besluitvorming zo ondoorzichtig en complex is dat juist politici afhaken.

Als je beide stukken in deze nieuwsbrief gelezen hebt (over de Ontwikkelstrategie en het debat in de krant) zie je misschien dat beide werelden niet alleen in Den Haag maar ook in Amsterdam bestaan.

Ook onthullend: veel aan de auteur gelekte appjes tussen Wilders en zijn fractiegenoten. Waarbij Wilders in ongezouten termen (‘stelletje gekken’) praat over zijn directe collega’s.

Wat vond je van deze nieuwsbrief? Reageer door een reply te verzenden op deze mail of stuur een mail naar [email protected]