• Nieuwsbrief
  • Posts
  • De strijd van minister de Jonge tegen het 'NIMBY'-sentiment

De strijd van minister de Jonge tegen het 'NIMBY'-sentiment

De minister voor VRO bindt de strijd aan tegen bewoners die bezwaar maken tegen woningbouw. Maar is dat wel terecht?

👋 Denken mensen die bezwaar maken tegen woningbouw en andere ruimtelijke ontwikkelingen alleen maar aan zichzelf en niet aan de samenleving? Dat geloof ik niet maar de minister lijkt daar anders over te denken. Daarnaast in deze nieuwsbrief aandacht voor de problemen met de WMO en wat de gemeenteraad er op dit moment aan wil doen. Tot slot aandacht voor hoe het college van de gemeente Amsterdam de strijd aan wil gaan met de eigen bewoners en de provincie.

Participatie en NIMBY’s

De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) bindt via sociale media de strijd aan met het ‘not-in-my-backyard’(NIMBY)-sentiment. Een verstandige zet of gewoon plat populisme?

Minister de Jonge (VRO) ziet zijn bouwambities geleidelijk aan in het water vallen. De schuldige? De burger natuurlijk. Of eigenlijk: de bezwaarmakende NIMBY. Niet alleen in de Kamer maar ook op de socials gaat de minister tekeer tegen deze groep inwoners.

Lijkt logisch: wie heeft er geen hekel aan NIMBY’s die woningbouw vertragen?

En ja, er gebeuren ook gekke dingen in de bezwaarprocedures. Zo zijn er mensen - waaronder een topambtenaar van Economische Zaken - die ‘misbruik’ maken van de bezwaarprocedures. Zij dienen onnodige bezwaren in, in de hoop voor veel geld afgekocht te worden door de projectontwikkelaars.

En ja, het is goed dat de minister er werk van maakt dat de procedures rondom de bouw korter worden.

Maar rechtsbescherming is er uiteindelijk niet voor niets. Participatie organiseren wij ook met een reden.

Wanneer de gemeente wenst om een flatgebouw in jouw achtertuin te plaatsen dan doet dat wat met jouw woonomgeving. Het paradijsje waar je in woont kan plotsklaps een heel ander karakter krijgen. Elke bewoner heeft het volste recht om via participatie, inspraak- en bezwaar daar aandacht voor te vragen.

In ons gedecentraliseerd stelsel is het uiteindelijk niet de minister maar de gemeenteraad die alle ingebrachte belangen afweegt (inclusief het algemeen belang) en daarna de rechter. Raadsleden reageren dan ook gepikeerd op de stellingnames van de minister in concrete gevallen:

Dat de minister raadsleden en bewoners die - terechte - zorgen uiten, wegzet als zeurkousen die alleen maar aan het eigen belang denken kan averechts werken.

In Amsterdam-West deed de gemeente hetzelfde bij een verdichtingsopgave. In Bos en Lommer moest er stevig bijgebouwd gaan worden en de bewoners die dat maar niets vonden waren lastpakken. Dat leidde tot slepend conflict en een kritische evaluatie:

Gedurende het proces en door de interacties tijdens de ateliersessies waarin bewoners steeds om dezelfde zaken vroegen – zoals de kaders, het bouwvolume, de drukte, de leefbaarheid – ontstond het idee dat deze groep voornamelijk op kwam voor hun eigen belang, dat zij de Amsterdamse woningopgave wel onderkennen maar deze niet in de strook achter hun huis wilden oplossen, en dat zij een te dominante rol speelden in het participatieproces. Zonder deze termen expliciet te noemen, werd de Willem Leeft groep gedurende de interviews met professionals regelmatig beschreven als de zogenaamde Not In My Backyard (NIMBY) burgers. Zo vertelden professionals dat ‘wat we ook probeerden, ze waren toch wel tegen de plannen’, ‘ondanks dat ze over de leefbaarheid wilden praten, kwamen ze steeds terug op dat bouwvolume’ en ‘ze waren moeilijk mee samen te werken want ze domineerden de gesprekken met hun eigen ideeĂ«n’.

De onderzoekster constateerde dat het NIMBY-frame ook terugkwam in de presentaties over het project aan de stadsdeelcommissie (waar ik toen zelf lid van was) en de gemeenteraad. Die ‘framing’ heeft gevolgen. Want de boodschap van de minister is helder: naar die mensen moet je maar niet luisteren.

Maar is dat echt zo? Mogen zorgen over de sociale cohesie in de buurt, de voorzieningen, de leefbaarheid en de privacy van bewoners niet meegewogen worden? Wordt een besluit niet objectief gezien beter als dat wel is gebeurd? Is het niet de taak van de raad om dat te doen?

Ik heb toentertijd ingestemd met het voorstel te gaan verdichten. Daar sta ik nog steeds achter: de woningbouwopgave vraagt om verdichting. Voor mij was dat toen geen zwart-wit besluit: bij de verdichtingsopgave moeten en kunnen de bezwaren van omwonenden meegenomen worden, ook als dat leidt tot aanpassingen in het uiteindelijke programma. Het DB heeft toen ook besloten om een uitgebreid participatieplan op te stellen waarin ook duidelijker werd over welke aspecten nog meegedacht kon worden. Het risico op een aanpassing in het ontwerp is niet leuk voor de minister die honderdduizenden woningen wil bouwen, maar soms wel beter voor de stad.

Het is niet of 450 woningen erbij of helemaal niets. Op dit moment zijn het er trouwens nog nul (‘tijdelijk stilgelegd’) en dat blijft nog wel even zo. Het conflict leidde tot vertraging en door de stijgende bouwkosten weer tot uitstel.

Problemen met de WMO

Op dit moment speelt er een grote kwestie in Amsterdam rondom de WMO. Het zogenaamd ‘resultaatgericht’-beschikken is door de rechter (praktisch) verboden. Amsterdam was Ă©Ă©n van de gemeenten die dat deed.

Bij resultaatgericht beschikken noemen gemeenten in hun Wmo-toekenning niet hoeveel uren hulp een inwoner krijgt, maar uitsluitend welk resultaat een zorgaanbieder moet bereiken. Bijvoorbeeld een ‘‘schoon en leefbaar huis”. Dat kan per maand een andere invulling betekenen. En daardoor weten veel mensen niet precies waar ze aan toe zijn. Dat moet van de rechter in de toekomst anders.

Het kabinet heeft vervolgens afgezien van het indienen van een wet om het resultaatgericht beschikken toch toe te staan. Amsterdam moet daarom nu aan de slag met een nieuwe werkwijze.

Dit komt bovenop al bestaande problemen. Zoals de klachten over scootmobiels (en andere hulpmiddelen) die niet gerepareerd of geleverd worden.

Uit de jaarrapportage WMO van 2022 (uit 2023) bleek al dat twee van de vier aanbieders van vervoersvoorzieningen beneden de vereiste 7.5 scoorde op het gebied van klanttevredenheid. Vorig jaar (2023) is het aantal klachten zelfs gestegen.

Wat is er aan de hand? Met een delegatie van de raad zijn wij in februari op bezoek geweest bij een aanbieder (Medipoint) in Weesp. De wethouder zorg bezocht tegelijkertijd een andere aanbieder. Hierdoor hebben we als gemeentebestuur een beeld gekregen van de praktijk:

We hebben gezien dat er hard gewerkt wordt om de problemen op te lossen. Problemen die in belangrijke mate ook komen door het landelijke personeelstekort en schaarste aan materialen.

Is er verbetering mogelijk? Dat willen we onderzoeken. Afgelopen raadsvergadering (28 februari) tekende ik de motie van Igor Runderkamp (PvdA) mee om de Rekenkamer Metropool Amsterdam te verzoeken een onderzoek te doen naar de doelmatigheid van de Amsterdamse aanpak. De motie werd unaniem aangenomen en we hopen - als het onderzoek doorgaat - volgend jaar de resultaten te krijgen.

Is een werkbezoek en een onderzoek voldoende om de problemen op te lossen? Nee. Daarvoor moeten er enkele scherpe keuzes gemaakt gaan worden. Door de schaarste kan niet in alle vraag voorzien worden. Komende commissievergaderingen zal daar over gedebatteerd worden.

Afsluiter

Het conflict rondom de windturbines in de Noorder IJplas is een nieuwe fase ingegaan. De provincie zette onlangs een streep door de plaatsing van drie turbines. Nu wil Amsterdam via ‘een geitenpaadje’ toch de turbines gaan vergunnen. Ondanks dat ze niet rendabel zijn en de plaatsing ten koste gaat van de natuur. Op mondelinge vragen van mijn collega Stijn Nijssen antwoordde de wethouder dat ‘de gemeente de strijd aangaat’. Met de provincie en de bewoners dus. Tegen de wens in van de oppositie in de raad.

Een grote teleurstelling voor de omwonenden. Die in de Telegraaf kritisch zijn op het gemeentebestuur: „Je voelt je de hele tijd machteloos”, zegt Van Beenen. De documenten die hij doorspit, bevestigen voor hem dat er altijd maar Ă©Ă©n uitkomst mogelijk was. „Ik denk dat dit voor veel Amsterdammers herkenbaar is.” Van omwonenden van het beoogd erotisch centrum tot burgers die de stad verlaten door het anti-autobeleid. „Het is een strijd die je niet wint. Er zijn ’gelovigen’ aan de macht. Ze drammen maar door. Maar daarom ga ik ook door.”

De wethouder die de strijd wenst aan te gaan is tegelijkertijd ook de wethouder participatie.

Wat vond je van deze nieuwsbrief? Reageer door een reply te verzenden op deze mail of stuur een mail naar [email protected]