• Nieuwsbrief
  • Posts
  • Autobrand in Nieuw-West en visionaire planologie

Autobrand in Nieuw-West en visionaire planologie

Waarom het niet vanzelfsprekend is dat een uitgebrande auto meteen wordt verwijderd.

👋 Het zomerreces is een periode om even bij te komen van ‘de dagelijkse hectiek’ en tegelijkertijd daar ook in alle rust over na te kunnen denken. Anders gezegd: om los te komen van de actualiteit heb ik deze dus de hele zomer gevolgd. In deze nieuwsbrief sta ik stil bij Ă©Ă©n nieuwsfeitje uit Nieuw-West waar een aantal interessante lagen onder zitten.

Mijn favoriete genre aan boeken zijn de dikke pillen die mensen (vrijwel altijd mannen) schrijven als ze aan het einde van hun carriùre zijn beland (rond hun 65ste) en terugblikken op hun werkzame leven. Het gaat dan niet om beroemdheden, maar gewoon mensen die werkzaam waren als bestuursadviseur, ambtenaar, belegger of planoloog. Soms wat drammerig (‘er wordt even uitgelegd hoe de wereld werkt’) maar veel vaker heel inzicht gevend.

Leerzaam omdat je wat leert over iemand zijn professie (wat ook nuttig is voor het eigen professionele bestaan), maar vaak interessant omdat het ook inzage biedt in wat er de afgelopen decennia gebeurd en veranderd is binnen een vakgebied en eigenlijk ook de samenleving. In deze nieuwsbrief bespreek ik Ă©Ă©n van die boeken: het werk van de stadsplanoloog Zef Hemel.

Een gelijksoortig genre is dat van dertigers die (vaak wat dunnere) boeken schrijven over hun vakgebied als ze er nog middenin zitten. Ook daar heb ik inmiddels een dikke stapel van in de kast liggen (opvallend: nu wel veel vrouwen!). Deze boeken zijn leuk om een andere reden: ze geven geen inzage in wat er gebeurd is, maar bieden een doorkijkje in wat er nog gaat gebeuren. Ideeën voor de toekomst en wat er allemaal anders moet. Ik zal hier in een komende nieuwsbrieven ook vaker aandacht aan besteden.

Veel leesplezier.

Laurent Staartjes

Laurent Staartjes
[email protected]

Wil je reageren op deze brief? Of heb je een onderwerp dat interessant is voor de lokale politiek?

Ik hoor het graag!

Autowrakken: wie is verantwoordelijk?

Vorige week vloog een auto in de fik in Nieuw-West. Het uitgebrande wrak bleef geruime tijd staan voordat het stadsdeel het wrak wegsleepte. Het Parool besteedde aandacht aan de kwestie. Daarin gaf een woordvoerder aan dat het ‘een miscommunicatie’ betrof. Het wrak had ‘volgens het protocol’ al meteen weggesleept moeten worden (na afronden politieonderzoek). Opmerkelijk genoeg kreeg de bewoner die de kwestie aankaartte een ander verhaal te horen:

Het verhaal van de ambtenaren herken ik ook. In 2020 heb ik schriftelijke vragen gesteld over hoe stadsdelen omgaan met boot- fiets- en autowrakken. Uit die antwoorden blijkt ook dat de eigenaar een week de tijd krijgt om het wrak zelf weg te halen:

Opvallend is dat woordvoerder in Het Parool artikel weer zegt dat de eigenaar van de auto niet achterhaald kon worden. In dat geval is het de verantwoordelijkheid van het stadsdeel (als beheerder van de openbare ruimte) om deze weg te halen. Daar moet dan een apart besluit voorgenomen worden waarin ook rekening gehouden wordt met milieuaspecten.

Het wegslepen van uitgebrande wrakken is geen vanzelfsprekendheid: de kosten komen voor de rekening van de eigenaar. Los van alle emoties die komen kijken bij een brand, is de eigenaar niet altijd blij als de politie (of een andere entiteit) het wrak wegsleept en vervolgens het bonnetje doorstuurt. De eigenaar had misschien een goedkopere optie gewenst of het wrak zelf laten bergen. De verzekeraar vergoedt soms wel, soms niet de kosten. Autobrand wordt bijvoorbeeld niet gedekt als iemand alleen WA verzekerd is. De kosten kunnen wel verhaald worden op de dader, maar dan moet die gepakt worden. Dat komt helaas zelden voor.

Buurtbewoners hebben - volledig terecht - geen boodschap aan gedoe rondom eigenaars, kosten en verzekeraars. Zoals in Het Parool artikel toegelicht wordt geven zichtbare sporen van geweld en vandalisme een gevoel van verwoesting en onveiligheid.

Om die reden stelde ik (namens mijn fractie) voor op een gemeentelijk schadefonds op te richten waaruit deze kosten voorgeschoten kunnen worden. Achteraf kan het dan verrekend worden met de eigenaar en de verzekeraar, maar dan vormen de financiën in ieder geval geen beletsel om de schade niet spoedig te herstellen.

Is het ‘toeval’ dat de auto afgebrand is in Nieuw-West? Uit onderzoek van Verwey-Jonker Instituut naar autobranden in Culemborg blijkt dat sommige gemeenten en wijken meer branden kennen vanwege de voedingsbodem die daar is. Onder meer straatcultuur, veel sociale huurwoningen en financiele problematiek, multiprobleemgezinnen en werkeloosheid. Helaas allemaal elementen die ook gelden in Nieuw-West. Het is dan ook erg jammer dat het Masterplan Nieuw-West maar niet van de grond lijkt te komen.

Visionaire planologie

Als schaamteloze ‘zomerlezer’ heb ik mij dit jaar op vakantie ook weer door diverse boeken heen geploeterd. Onder meer het ‘magnum opus’ van Zef Hemel uit 2021 dat al een tijdje op mijn lijstje stond.

Zef Hemel staat tegenwoordig (na zijn pensionering) bekend als ‘de wandelprofessor’ (De Volkskrant) en werkt hard aan een visie voor de noordelijke provincies, maar heeft gedurende zijn loopbaan een belangrijke stempel gedrukt op zowel de stad Amsterdam als zijn vakgebied, de planologie. In het boek “er was eens een stad” staat hij uitgebreid bij stil.

Ik kom zelf uit een aanverwante discipline (stedelijke sociologie / omgevingsrecht) en de thema’s die Hemel aansnijdt vormen een feest van herkenning. Door de nadruk te leggen op ‘storytelling’ in het vak als planoloog was hij zijn tijd ook ver vooruit. Zijn beschrijving van het decennialange geruzie tussen de Noord- en Zuidvleugel (tegenwoordig metropool regio Amsterdam en Rotterdam/DenHaag) is verhelderend. Het betoog over het belang van de regio is inspirerend.

Het meest interessant vond ik het hoofdstuk waarin hij uitvoerig beschrijft hoe hij tot zijn “Toekomstvisie op de Amsterdamse binnenstad” kwam. Een visie die hij in 2019 heeft opgesteld in opdracht van burgemeester Halsema en het startpunt vormde van wat uiteindelijk de aanpak binnenstad is geworden. Hemel zelf noemt het een hoogtepunt. Hij laat zien hoe door middel van kwalitatieve methodes (zeg maar het voeren van heel veel gesprekken met Amsterdammers) tot de visie is gekomen. De lijst met gesprekspartners is indrukwekkend. Zowel qua omvang als de statuur van de gesproken mensen.

Dat maakt het extra interessant dat de visie zelf - met alle respect - niet echt heel geslaagd is. De reacties waren vrij lauw na de presentatie, in Het Parool stuurden actieve binnenstadbewoners een kritische brief in en als je de visie nu vijf jaar later terugleest dan trek je al snel de conclusie dat het nog niet heel veel handvatten heeft geboden. Is dat gek? Niet echt. Twee voorbeelden:

  • Het voorstel was onder meer om van de Zuidas ‘een tweede toeristisch centrum te maken’. Wat mogelijk op het idee berust dat toeristen niet voor het Rijksmuseum en het Anne Frank huis komen maar om de bouwput van het Zuidasdok te aanschouwen. Tjah, mocht het Erotisch Centrum in Zuid komen (feitelijk in lijn met de visie) dan zal dat eerder tot meer toeristen in totaal leiden, dan tot spreiding.

  • Het onbegrijpelijke gewauwel over vervreemding, commons en de agora dat in de visie de overhand heeft. Ik weet waar alle retoriek vandaan komt, maar niemand kan er chocola van maken. Laat staan beleid. Iedereen leest er precies in wat hij/zij zelf wil horen. Dat is ook de valkuil van de nadruk op storytelling: het materiele deel (zeg maar de inhoud) moet gelijke tred houden met de retoriek. Anders zegt het simpelweg te weinig.

In zijn boek verwijst Hemel ook terloops naar de lauwe ontvangst en de grappen die De Speld maakte (‘Amsterdam wil van het centrum af’). Het hoofdstuk in het boek maakt tegelijkertijd duidelijk in welke snelkookpan de visie tot stand is gekomen. Een half jaar is ook niet heel lang als je zo ongelooflijk veel mensen wil spreken en alle opgedane inzichten daarna nog moet ordenen, grondig analyseren en verwerken. De methode van Hemel (‘om als een detective aan de slag te gaan’) prikkelt tegelijkertijd wel en verdient zeker navolging. Hemel zelf stelde (eerder in het boek) ook al dat visievorming een doorlopend proces is. Een visie moet landen in de samenleving, waarna anderen er weer mee aan de slag gaan en dat proces heeft tijd nodig.

Afsluiter

Een beetje bijzondere gang van zaken. In oktober vorig jaar kwamen er heel veel insprekers bij een agendapunt over een bestemmingsplan. Ik had de aangedragen bezwaren doorgenomen en mij leken - als eenvoudig raadslid en lekenbestuurder - deze gegrond. Waarom waren ze dan niet verwerkt? Het college van B&W en het dagelijks bestuur van Zuid bereiden de bestemmingsplannen voor en waren aanwezig bij de behandeling. Ik vroeg specifiek naar de aangedragen punten en waarom er niet geparticipeerd was. Dan hadden de insprekers niet vlak voor de vaststelling hoeven langs te komen.

Dagelijks Bestuur van Zuid gaf aan dat zij participatie te lang vonden duren, mensen konden ook naar de rechter stappen (!!) al ze er wat van vonden. De wethouder zei toen dat ‘fouten kunnen gebeuren’ maar dat de insprekers het gewoon niet eens waren met het besluit. Er waren geen fouten gemaakt. Als raad moesten wij het daarmee doen.

Een onderdeel van de uitspraak

Wat blijkt nu? Bewoners zijn inderdaad naar de rechter gestapt en tijdens de zitting heeft de gemeente (namens de raad!) gevraagd aan de Afdeling om de aangedragen problemen te herstellen. Het bleek ‘bij nader inzien’ toch te kloppen. De Afdeling constateert dat de raad het besluit ‘onzorgvuldig heeft voorbereid’. Veel gedoe en juridische kosten voor niets dus.

Het college heeft aan de ene kant de mond vol over ‘dejuridisering’ en ‘participatie’ en aan de andere kant is deze gang van zaken ook gebruikelijk. In dit geval ging om een bestemmingsplan in Amsterdam-Zuid waar relatief veel mensen toegang hebben tot een advocaat, maar bestemmingsplannen verdienen in de hele stad een ‘zorgvuldige voorbereiding’ zonder dat een legioen aan advocaten er nogmaals naar zouden moeten kijken. Punt van aandacht voor na het reces.

Wat vond je van deze nieuwsbrief? Reageer door een reply te verzenden op deze mail of stuur een mail naar [email protected]